Topmanager
Stuurt op en is verantwoordelijk voor de realisatie van de doelen van het eigen organisatieonderdeel in het grotere geheel van de maatschappelijke opgave, beslist over de strategische richting van het eigen organisatieonderdeel en heeft richtinggevende invloed op de strategie van de overkoepelende organisatie.
Kwaliteitenprofiel
I. Algemene opmerkingen
Toepassing van het kwaliteitenprofiel
- Het doel van het kwaliteitenprofiel is het beschrijven van de functievereisten die horen bij de functiegroep.
- Het kwaliteitenprofiel is een hulpmiddel bij de bepaling van de benodigde kennis, ervaring en competenties van organisatieonderdelen en functies.
- Het kwaliteitenprofiel kan niet worden gebruikt voor het indelen in een functieschaal. Gebruik daarvoor de functietypering.
- Voorbeelden van functievereisten zijn:
- Werk- en denkniveau
- Opleidingsrichting en/of vakkennis
- Overige kennis en vaardigheden ervaring
- De functievereisten van een functiegroep kunnen ook voor andere functiegroepen van toepassing zijn.
- Voor meer informatie klik op de website www.leerrijk.nl
II. Kwaliteitenprofiel Topmanager
N.B. De kwaliteiten van een voorafgaande functiegroep kunnen ook van toepassing zijn op de daaropvolgende functiegroepen en dienen aantoonbaar aanwezig te zijn.
|
Functiegroep Topmanager S16-18 |
Ervaring |
|
Algemeen |
Ruime leidinggevende ervaring en daarin aantoonbaar succesvol.
Managementervaring in een complexe omgeving bij meer organisaties / organisatieonderdelen.
Ervaring bij beleid, uitvoering, toezicht, bedrijfsvoering.
Ervaring bij meer departementen of daarbuiten.
Internationale ervaring.
Substantiële politiek-bestuurlijke ervaring.
Ervaring als partner in een keten en netwerk van relevante stakeholders, zowel binnen de rijksoverheid bij beleid en uitvoering als daarbuiten en (inter)nationaal.
⃰ Een lid voor een ABD- of Topmanagementgroep-functie dient aan minimaal 2 (ABD) of 3 (TMG) van de hierna volgende criteria te voldoen:
- ervaring bij minimaal twee departementen;
- ervaring in minimaal twee van de volgende contexten: beleid, bedrijfsvoering, uitvoering, toezicht, kennis en onderzoek;
- internationale ervaring;
- ervaring buiten de Rijksoverheid.
|
Opleiding |
|
Werk- en denkniveau |
WO
|
Overige kennis en vaardigheden |
-
Verdieping managementvaardigheden, o.a. leiderschap in een bestuursdepartement
-
Talenkennis en taalvaardigheid
-
Interculturele vaardigheden en effectief kunnen omgaan met verschillen tussen werknemers
-
Kennis van de werking van de Europese Unie en de wisselwerking hiervan met de nationale overheid en van andere bilaterale en multilaterale samenwerkingsverbanden en instellingen/instituties
-
Aantoonbare affiniteit (andere formulering) met het relevante domein
-
Kennis van en in inzicht in technologische en digitale ontwikkelingen, het effect op de taken van en de toepasbaarheid voor het eigen organisatieonderdeel
|
Competenties |
|
Kerncompetenties |
- bestuurssensitiviteit
- conceptuele-flexibiliteit
- gedeeld-leiderschap
- stressbestendigheid
- omgevingsbewustzijn
- aansturen-organisatie
- reflecteren
|