Geestelijk Verzorger

Begeleidt justitiabelen bij godsdienst- en levensovertuiging

Opdracht(gever) (politiek/ambtelijk)

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Begeleiding bij godsdienst- en levensovertuiging is zo goed mogelijk tot stand gekomen, persoonlijk en in gemeenschap met anderen
  • In de begeleiding zijn de uitgangspunten nageleefd, zoals deze zijn overeengekomen tussen levensbeschouwelijke institutie en staat
  • Werkt aan een vertrouwensrelatie, benadert de ander op een open en respectvolle wijze
  • Toont respect voor de normen, waarden en eigenheid van de ander
  • Gaat zorgvuldig om met persoonlijke informatie
  • Maakt de eigen (professionele) grenzen duidelijk, houdt (professio-nele) distantie
  • Blijft ook onder verleiding of druk handelen volgens de geldende normen en regels
  • Integriteit
  • Verplaatst zich in de belevingswereld en situatie van de ander en toont begrip
  • Herkent emoties, spanningen en afwijkend gedrag
  • Gaat tactvol om met andermans gevoelens en behoeften
  • Onderkent interpersoonlijke processen bij zichzelf en anderen en maakt dit bespreekbaar, stuurt het eigen gedrag zonodig bij
  • Houdt rekening met verschillende (culturele) achtergronden
  • Inlevingsvermogen
  • Weegt beschikbare informatie en alternatieven tegen elkaar af en maakt een realistische inschatting van benodigde zorg
  • Maakt bij de keuze voor een interventie een afweging tussen benodigde zorg en het beroepsgeheim enerzijds en veiligheid anderzijds
  • Schat ernst en risico’s van een situatie in en neemt maatregelen
  • Oordeelsvorming

Omgeving

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Benodigde zorg/begeleiding is effectief afgestemd met andere disciplines en zorgverleners, doorverwijzing is tijdig in gang gezet
  • Netwerk en samenwerkingsverbanden zijn opgebouwd en onderhouden
  • Deelt relevante kennis en informatie met collega’s en andere disciplines
  • Werkt actief aan goede samenwerkingsrelaties, neemt initiatief en stelt zich toegankelijk op
  • Handelt vanuit het gezamenlijke belang
  • Stemt af met collega’s om in de aanpak op één lijn te blijven
  • Overbrugt tegenstellingen tussen partijen
  • Benut kansen om contacten te leggen en samenwerking aan te gaan
  • Samenwerken
  • Komt uit voor zijn standpunt richting andere disciplines
  • Onderbouwt het eigen standpunt met heldere argumenten die de ander aanspreken
  • Doseert argumenten of standpunten op beslissende momenten, richt zich tot de juiste personen
  • Maakt successen en knelpunten zichtbaar
  • Overtuigingskracht

Bedrijfsvoering

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Rapportages zijn conform richtlijnen opgesteld
  • Uitgangspunten van het geestelijke ambt en ambtelijke competenties zijn nageleefd

Vernieuwen en verbeteren

Resultaten Gedragsindicatoren Competenties
  • Bijdragen aan continue verbetering van detentieklimaat zijn geleverd
  • Kennis en inzicht zijn bevorderd bij aanverwante disciplines
  • Signaleert knelpunten in detentieklimaat in brede zin en doet uitvoerbare voorstellen voor verbetering
  • Volgt ontwikkelingen in het vakgebied en houdt de eigen deskundigheid op peil
  • Bespreekt casuïstiek met collega’s en stelt eigen en andermans inzichten ter discussie
  • Reflecteert op eigen emoties en gedrag, vraagt om en staat open voor feedback
  • Laat zien over een reëel inzicht in de eigen sterke en zwakke punten te beschikken
  • Zelfontwikkeling