- Begeleiding bij godsdienst- en levensovertuiging is zo goed mogelijk tot stand gekomen, persoonlijk en in gemeenschap met anderen
- In de begeleiding zijn de uitgangspunten nageleefd, zoals deze zijn overeengekomen tussen levensbeschouwelijke institutie en staat
|
- Werkt aan een vertrouwensrelatie, benadert de ander op een open en respectvolle wijze
- Toont respect voor de normen, waarden en eigenheid van de ander
- Gaat zorgvuldig om met persoonlijke informatie
- Maakt de eigen (professionele) grenzen duidelijk, houdt (professio-nele) distantie
- Blijft ook onder verleiding of druk handelen volgens de geldende normen en regels
|
|